Jeanine & Souvenir
Dag 6, 27 januari
Mijn besluit staat vast. Vandaag verhuis ik. Naar waar, dat weet ik nog niet maar dat ik weg ga, dat weet ik wel. De zware regenbui houdt me voorlopig in het klooster gevangen dus ik zet me op een trapje onder een afdak met een boek. Van lezen komt er niet veel in huis want ik krijg snel gezelschap. Een schuchter meisje met een afgewassen t-shirtje zet zich enkele meters verder en neemt me aandachtig op. Mijn lach wordt beantwoord. Mijn groet en een vraag naar haar naam – nitkwande? - ook. Lévine heet ze. Na 3 woorden is mijn parate kennis van het Rwandees al opgebruikt en ik ken enkel haar naam. Ik haal mijn schriftje met mijn notities van de Rwandese les en probeer een en ander uit. Ik stel mezelf voor en oefen enkele zinnen. Ze moet er om lachen. Blijkbaar is mijn uitspraak niet zo vlekkeloos als ik dacht.. Lévine verovert een plekje in mijn hart en ik vraag of ik een foto mag maken. Dat mag. De lucht klaart op. En we gaan ieder onze weg.
In de namiddag ga ik een kamer bezichtigen. Het is een kast van een huis met een hoge muur rond en een grote poort. Op de muur een dikke rol prikkeldraad. Lijkt een beetje op de Amerikaanse Ambassade. Eén van de meisjes geeft mij een korte rondleiding maar de If-you-cook-you-can-leave-the-dishes-because-our-houseboy-will-do-them-stijl is niet mijn stijl. Ik bezoek nog een guesthouse en een pastoraal centrum maar mijn besluit is eigenlijk al lang genomen. Ik ga naar Jeanine. Op weg naar het klooster ontmoet ik Fidèle: een grote slungelachtige jongen met een glimlach van het ene oor naar het andere. Yes. Dat had ik nodig.
Mijn ordelijke zelf verliest het van mijn enthousiaste zelf en in een mum van tijd zijn mijn valiezen en ikzelf vertrekkensklaar. Ik bel Jeanine om te zeggen dat ik onderweg ben. Bij aankomst staat mijn ontbijt al klaar.
Dag 11, 1 februari
Heroes Day. Rwanda eerst zijn helden en heldinnen. Mensen die voor hun land(genoten) gestorven zijn. Voor mij is het een vakantiedagje en dat kan ik best gebruiken na mijn eerste werkweek. Elke dag moet ik om 6u mijn bed. Samen met Justin en Innocent sta ik om 7u \'s morgens paraat aan de bushalte. Het eerste deel van de rit heeft iedereen meer dan plaats genoeg. Maar de laatste opstapplaats is de populairste. Wanneer de 15 plaatsen al ingenomen zijn moeten er nog 6 mensen bij. \'t Is duwen en proppen maar iedereen raakt aan boord en zo hijsen we ons een weg naar boven.Op de afdeling gaat het er helemaal anders aan toe dan op De Kaap, de dienst voor kinderpsychiatrie waar ik 6 jaar gewerkt heb. Minder structuur, minder georganiseerde activiteiten, veel meer volk op dienst (psychiatrisch verpleegkundigen, algemeen verpleegkundigen, zorgkundigen, een zuster, een klusjesman, 2 mama\'s van 2 patiënten en mijzelve). Ook veel meer huiselijkheid. De mama\'s staan kleren te wassen, koken maïskolven op houtvuurtjes, de kindjes kijken tv of hangen wat rond.\'t Is moeilijk om mijn weg en plaats te vinden. Ik zou het vaak anders aanpakken. De taal is een grote barrière want slechts enkelen van de verpleegkundigen spreken Frans of Engels en daardoor word ik niet in alles betrokken. De guitigaard zonder voortanden en ik zijn al dikke vrienden. Wij hebben geen woorden nodig. Tijdens de film schuifelt hij onopvallend dichterbij. En tijdens het eten spelen we het spelletje om-ter-langst-serieus-blijven. Hij verliest iedere keer omdat ik gekke snuiten trek. Van het Amerikaans koppel in mijn guesthouse had ik 8 knuffelbeertjes meegekregen om uit te delen. Souvenir kiest een oranje beer en die vergezelt hem overal. De beer op de schommel en Souvenir maar duwen. De beer op de zitjes van de molen en Souvenir maar draaien. Het ondervoede meisje Sylvie heeft een klein knuffelpaardje gekozen. Het is al helemaal afgezabberd en vuil. Zo hoort het.
Halleluja! Halleluuujah!! In het evangelisch centrum naast het guesthouse is al 3 uur een viering aan de gang. Wegens enkel muggengaas in het bovenste deel van mijn raam is de isolatie herleid tot nul en dringt iedere preek, applaus en lied mijn kamer in. Het gemoed wisselt. Van innemend tot opzwepend. Van rustig naar intens en weer terug. Op uitnodiging van Jeanine ga ik mee. Ze kleedt zich nog vlug om en verschijnt in een helblauw geborduurd kleed met passende hoofd-tooi. Ik word onmiddellijk verwelkomd in 3 talen. Vooraan leest iemand gebeden voor, de gelovigen staan te wiegen en zingen heal-the-world-achtige-liedjes. Jeanine zingt met haar schelle stem een beetje vals. Maar \'t is heel puur. En daardoor heel mooi. Soms wordt het tempo in het midden van het lied opgedreven door een synthesizer tsakka-boem-boem-ritme om op het einde weer stil te vallen. Ze bedanken God omdat hij goed voor hen zorgt, ze bedanken Hem voor hun familie en vrienden. Deze mensen met hun bijzondere geschiedenis zijn niet verbitterd maar dankbaar. Ik vind het heel aangrijpend.
Kleine bijna-dood-ervaring. De situatie is als volgt: ik moet om 17u30 in Remera zijn om een huis te bezoeken. Ik spring op een moto-taxi en weg zijn we. Nogal gezwind. Enkele honderden meters verder krijgt de motard politie-instructies om aan de kant te gaan. De motard negeert en 2 seconden later komt er een politie-jeep recht op ons afgereden! Wij, nog steeds gezwind, schieten allebei een beetje in paniek. Aaaaaargh!! De moto komt net voor de jeep tot stilstand. Oh jee. Wanneer de politie ziet dat er een muzungu wordt vervoerd mogen we zonder probleem verder. Bekomen van de schrik, arriveer ik heelhuids in Remera. De macadam stopt en de weg naar beneden gaat over in een rode, aarden weg. Langs de kant winkeltjes met groenten en fruit en gsm-kaarten. Het huis valt goed mee! Ruim, licht, goeie keuken, internet, een tuin en binnenkort een hond! \'t Is een volkse leuke buurt waar ik wel zou kunnen aarden. Ik heb nog 1 andere optie op \'t oog maar ik denk dat we een winner hebben..
\'s Avonds spreek ik nog \'s af met Xavier. Ik sjees helemaal de andere kant op naar Nyamirambo. Voor ik op de moto stap vraag ik met aandrang om voorzichtig te rijden. Wanneer de chauffeur merkt dat ik enkele woorden Rwandees spreek, wil deze een rit op de moto combineren met een mini taalles. Thanks but no thanks. Kijk maar gewoon voor u. Xavier en ik belanden in een eethuisje naast de lokale scoutslokalen, ik voel me meteen thuis, en ik eet de beste brochetten ooit!
Morgen krijg ik Bart op bezoek. Een vriend van een collega van mijn zus. Benieuwd welke dolle verhalen die te vertellen heeft..
Slik.
Dag 5, 26 januari 2013
Dat het in het begin het moeilijkst en eenzaamst is, dat wist ik wel. En dat ik veel nood heb aan mensen rond mij, dat wist ik ook. Maar dat ik me deze eerste dagen van mijn Groot Avontuur zo alleen zou voelen had ik niet zien aankomen. Alleen tussen 11 miljoen Rwandezen. Het vinden van een huis gaat veel moeizamer dan gedacht, mijn telefoon werkt niet altijd en de mensen op straat staren stuurs. Wanneer je ze toelacht of begroet, breekt er soms een klein lachje door. Op het ontbijt na ben ik in het klooster op mezelf aangewezen. En een klooster, daar ben ik duidelijk niet voor gemaakt. Dat had ik wel kunnen weten.. Een klein ongezellig kamertje, geen tuin, geen internet, geen andere gasten, geen contact. Mijn buikgevoel zegt me dat ik actie moet ondernemen. En dat buikgevoel heeft me nog nooit bedrogen.
Bon, genoeg geklaagd. Douchen en herpakken. 2 house-hunt-berichtjes sturen. Broeder – my middlename is legging- Felix bellen, die heeft blijkbaar naar me gevraagd. Die ontmoet ik morgen namiddag. Plots weerklinkt het verlossende u-hebt-één-nieuw-bericht-geluidje: om 11u heb ik een afspraak aan de Amerikaanse Ambassade om een huis te bezichtigen! Het tij is gekeerd.. Hoop ik.
Wanneer ik op straat kom is alles compleet verlaten. Stil en zonnig en vredig. Waar is iedereen? Ik moet naar de andere kant van de stad (lees: een heuvel af en een andere weer op) en stappen lijkt me echt te ver. En waar zijn al die brommers als je ze nodig hebt?? In de verte zie ik één taxi-moto. Ik wenk hem en vertel dat ik naar de US Ambassy moet. Ik bevind me niet in een positie om stevig te onderhandelen aangezien hij mijn enige optie is om op tijd ter plekke te geraken. Dat ziet die man natuurlijk ook en ik betaal een muzungu-price voor de rit. De straat is helemaal van ons. We cruisen in het zonneke door Kigali. Aangekomen aan de Amerikaanse Ambassade wacht ik onder een boom David op, de man die een kamer verhuurt. Na enkele minuten stopt er een dikke jeep voor mijn neus. KK Security staat op de deur. Een man in blauw uniform stapt uit en begint me te ondervragen: of ik weet waar ik ben, en waar ik vandaan kom, en wat ik daar doe en of ik weet dat het verboden is om daar te zitten. Ik moet verhuizen naar de andere kant van het rond punt. Oh lord. Nog aan het bekomen van mijn laatste interactie ontstaat er al een nieuwe. Een kereltje van 21 valt meteen met de deur in huis: “Hi. I'm called John. I like you. What can I do to have relationship with you?”. Wat!? In wat voor land ben ik terecht gekomen.. David redt me uit mijn hachelijk gesprek en toont me het huis. Ik voel dat het dat niet is en als ik op 1 ding kan terugvallen, is het wel mijn gevoel. Hij vertelt me dat het vandaag 'umuganda' is: alle volwassenen in Rwanda (die in staat zijn om te werken), moeten tussen 8u en 11u klusjes uitvoeren voor de gemeenschap. Huizen bouwen, straten herstellen,... Zot systeem.
Ik ben nog steeds op zoek naar slaapplaats en vind in mijn boek een leuk adresje in Remera, een wijk in het Oosten van de stad (en op weg naar het ziekenhuis). Na een rit op de taxi-moto (na een succesvolle onderhandelingsronde!), daal ik een aarden wegje af. Kindjes komen me lachend toegelopen, de mama's begroeten mij. Wat een verademing. In het guesthouse/pastoraal centrum krijg ik een rondleiding van een 'Afrikaanse mama'. Ze toont naast de tuin, de keuken en de kamers ook haar eigen verblijf. Een kast vol foto's zoals het alle oma's ter wereld betaamt. Ze vertelt over haar dochter en zoon en schoondochter en alle andere mensen. Wanneer ik vraag of ze allemaal in Kigali wonen kijkt ze me aan en zegt dat ze allemaal dood zijn. Tranen springen spontaan in mijn ogen. Hoe kan één iemand zoveel verdriet aan? Jeanine en ik praten nog een tijdje over 'les événements'. Wat hier gebeurd is, dat kan ik niet snappen.
Terug in het centrum van de stad laat ik mijn telefoon repareren zodat de mensen met wie ik praat mij kunnen horen. Dat zal de communicatie danig verbeteren!
Late namiddag. What to do.. Ik besluit de wijk Nyamirambo te bezoeken, helemaal in het zuid-westen van de stad. Ik hoorde al dat er veel moslims wonen, en dat het een 'un quartier populair' is en de goedkoopste wijk. Misschien beter een gids onder de arm nemen.. Ik bel Xavier, een leuke kerel met wie ik gisteren op straat aan de praat was geraakt. Hij is tour guide (net als ik!), hij woont in de wijk en is dus de perfecte gids voor mijn uitje. We vinden mekaar aan de moskee en vatten de wandeling aan. We lopen een lange laan op met aan weerszijden winkeltjes met kitcherige vrouwenkleren, fruit, telefoonbenodigdheden of parfumerie-spullen. Nog meer dan elders wordt er gekeken, gestaard en gewezen. Ik ben hier echt een uitzondering. En zo blij dat Xavier naast mij loopt.. Alsof de grote laan nog niet uitdagend genoeg was slaan we een aarden wegje in en lopen tussen de (lemen?) huizen. De weg zit vol putten en stenen dus het is aardig uitkijken. Overal hoor ik 'muzungu' fluisteren. De kindjes wuiven en lachen en enkele durvers komen me een handje geven. Xavier toont me zijn huis. Het is een kamer van 2x3 meter met enkele kleren aan een kapstok, een platte matras en een tafeltje met wat badgerief. Hier woon ik, zegt hij. Met mijn broer. Gelukkig heeft hij een toffe buurman en mag hij daar TV gaan kijken. De living is pikdonker. Ik kan de buurman amper zien zitten. Op TV uiteraard.. Africa-cup. De Tunesiërs krijgen ervan langs en de muzungu's worden keihard uitgelachen. Arabieren, dat zijn ook blanken.
Op weg naar het klooster vertelt Xavier over 1994. Ik kan mijn oren niet geloven. “My daddy was killed. And my mommy too.” Zijn beide ouders zijn vermoord. En hij is met 5 broers en zussen moeten vluchten naar Tanzania. Op 9-jarige leeftijd. Hij kent de moordernaar. En die loopt ondertussen weer vrij rond.
Voor we afscheid nemen wil hij me nog iets tonen. Op 7 april 1994 zijn hier 10 Belgische para's vermoord tijdens een vredesmissie. Ze stonden in voor de beveiliging van eerste minister Agathe Uwilingiyimana. Die dag werd de residentie van Uwilingiyimana omsingeld door Rwandese militairen. De Belgische paracommando's verzekerden de ontsnapping van Uwilingiyimana maar werden bij deze actie zelf omsingeld. Op bevel van hogerhand moesten ze hun wapens afgeven om zo over hun vrijlating te kunnen onderhandelen. Na hun aankomst in het militaire kamp in Kigali werden ze doodgeslagen met de kolf van een geweer.Op 8 april kregen alle eenheden te horen dat 10 Belgen waren gesneuveld. Tussen 9 en 19 april werden alle aanwezige Belgen geëvacueerd (operatie Silver Back) gevolgd door de volledige terugtrekking van alle nog aanwezige paracommando's (operatie Blue Safari).Er staan 10 zuilen op de plek van het incident. We proberen in het donker de gedenkplaat te ontcijferen. De bewaker groet ons en steekt de lichten aan. Nu pas zie ik de kogelgaten op de buiten- en binnenmuren van het gebouw. Ik sla mijn handen voor mijn mond. Slik. Ik mag ook binnen gaan kijken maar ik vind de buitenkant al indrukwekkend genoeg.
De eerste dagen..
Dag 3, 24 januari 2013
Om 9u word ik in het ziekenhuis verwacht voor de teamvergadering. Een taxi rijdt me de stad uit en de rode heuvel richting Ndera op. Aan de kant van de weg zie ik vele mensen zich een weg naar boven banen, de meeste geladen met een zware vracht. Ze gaan een familielid in het ziekenhuis bezoeken en brengen hen eten. Net voor mij arriveert een pick-up vol mannen in knal-oranje plunjes en handboeien om: geestesziek en gevangen. Dat kan geen pretje zijn. Ik troost me met de gedachte dat ze op consultatie kunnen bij een psychiater.
Onderweg naar de kinderafdeling word ik onderschept door de jolige dr Butotu. “Tu as déja une bonne couleur Astrid!!”. Dat gaat hier snel. Aan dat tempo zie ik binnen 4 maanden zo bruin als hij! Voor de teamvergadering ontmoet ik Soeur Rozette, de hoofdverpeegkundige. Ze heeft enkele jaren in Namur gestudeerd en leidt de afdeling al 4 jaar. Ze verwelkomt me hartelijk en hoopt dat we veel van mekaar kunnen leren. Bij het overlopen van alle patiënten wordt van het Frans naar het Kinyarwanda geswitcht. Ik moet dringend mijn beperkte woordenschat uitbreiden. De kinderen zijn om verschillende redenen opgenomen: epilepsie, hevige en aanhoudende hoofdpijn, straatloperke en opgepakt door de politie, achtergelaten kind, ondervoeding,... veel ADHD of autisme heb ik nog niet gespot..
Na de vergadering merk ik dat de jongen van 14 met een matig mentale handicap op het draai-molentje zit. Alleen. Niemand die hem duwt. Omdat hij noch ik Kinyarwanda spreken (om andere redenen weliswaar) besluit ik mijn kans te wagen. Ik begin te draaien en aan zijn glimlach en “Mmmm! Mmmm!” leid ik af dat hij het leuk vindt. Zo rap of tellen ('heel snel') komt Steven, het straatloperke, ook toegesneld. Steven zegt iets maar dat kan ik niet begrijpen. We besluiten dat er vooral gedraaid moet worden. Souvenir, een 7-jarige guitigaard zonder voortanden springt er ook bij. Hij dankt zijn naam aan het feit dat hij geboren is op de dag dat zijn papa stierf. Fabiola kijkt al een tijdje toe. Ze overwint haar twijfels en neemt plaats. Mijn molentje zit al aardig vol en het duwen wordt zwaarder en zwaarder. Leonard (volgens mij een goesting-doener) zijn nieuwsgierigheid is gewekt maar wanneer ik hem uitnodig gaat hij er niet op in. Hij maakt duidelijk dat iedereen er af moet en dat hij er dan op wil. Ik maak duidelijk dat het zo niet werkt. Hij houdt even vol maar de goesting wint het van zijn karakter. Hopsa, op 5 minuten 5 blije gezichten. Ik draai nog vele toertjes..
Elke donderdagnamiddag organiseert het ziekenhuis 'la formation', een interne bijscholing. Deze keer gaat het over 'sexual malfunction'. Bij aanvang tapt de hoofdarts 3 moppen en wanneer de zaal uitgegierd is kunnen we beginnen. Speciaal volkje, die psychiaters.. Hij geeft een hele exposé over oorzaken, risicofactoren en behandeling aan de hand van 2 casussen. Wanneer een van de verpleegkundigen een vraag stelt in het kinyarwanda wordt deze gevraagd om het Frans te gebruiken 'omdat niet iedereen kan volgen'.
Op de busrit naar huis staat mijn hoofd op ontploffen: ik ben moe van me constant te concentreren op het frans, ik zit in de blakke zon en de radio staat loeihard. Afrika-cup weet je wel.. Aan mijn buurvrouw vraag ik discreet waar ik een legging kan kopen. Ze betrekt de hele bus bij het vraagstuk en uiteindelijk word ik door Felix, de kwaliteitscoördinator, rondgeleid in het centrum van Kigali. Hij neemt me mee naar een shoppingmall, legt uit wat ik zoek, onderhandelt over de prijs en samen slaan we onze slag! Hij wijst me de weg naar het klooster en zegt dan dat hij zelf ook weg moet. Naar het klooster. Voor het gebed van 18u. Felix is een broeder en ik heb die een legging laten kopen?!
Wegens geen internet in mijn spartaanse optrek ben ik gedwongen buitenshuis te gaan. Een voorbijganger raadt me Hotel Serena aan, net om de hoek. Nietsvermoedend wandel ik het domein op. Ik word verwelkomd door een bewakingsagent, parkeerwachter, bagagedrager en 30 anderen. Bij het binnegaan moet ik door een metalen poortje. Blijkbaar is dit het chiqueste hotel van de stad. Ik probeer me te gedragen alsof ik er thuis hoor maar mijn versleten slippers verraden mij. In het 'business-center' is Samson mijn held van de dag. Hij krijgt de mini-laptop aan de praat en ik mag gratis en voor niks uren surfen in het 'top-notch 5-star hotel'!
Dag 4, 25 januari 2013
Zuster Steven raadt me tijdens het ontbijt aan om op de Belgische ambassade te passeren en me te laten registreren. Je weet maar nooit of een evacuatie nodig is. Terwijl ik daar dan toch ben moet ik een zekere Bart proberen te pakken krijgen. Die kan me helpen bij het vinden van accomodatie. Na het invullen van de paperassen word ik door 3 verschillende mensen tot bij Bart gebracht. Blijkbaar een hoge piet.. Met het vinden van een kamer kan hij niet echt helpen maar connecties met de Belgische ambassadeur, dat is sowieso handig meegenomen.
Op weg naar Hotel Serena – effe mailtjes checken – krijg ik een berichtje. Mijn 1ste berichtje op mijn Rwandees nummer! Zondag mag ik naar een kamer en huis gaan kijken.. Opgelucht dat ik toch al 1 optie heb.
Mijn volgende missie is het vinden van een naaister om mijn versgekochte legging te laten inkorten. Ik loop wat rond in de straatjes met kleine winkeltjes. Ik vind er veel chaos, stof, lawaai, auto's, moto-taxi's, badkuipen, plastieken schalen, schuursponskes en duizenden andere dingen maar geen naaister. Ik stap een klerenwinkeltje binnen en probeer uit te leggen wat de bedoeling is. Ik toon de legging in kwestie en gebaar dat er een stuk af moet. Na haar hele collectie leggings te moeten weigeren, begrijpt ze wat ik bedoel. “Aahh!! Un tailleur!!!”. Exactement. Ze belt haar persoonlijke naaister en voor ik het goed en wel besef is die er van door met mijn legging. Zij is het duidelijk meer gewend om zich tussen het verkeer te manoeuvreren en ik zet de achtervolging in. Wanneer zij zich een smal trapje opschiet bedenkt ik dat het misschien beleefder is om buiten te wachten. Terwijl de ganse straat staart naar de muzungu. Top. De redding is nabij want ze keert op haar passen terug en neemt me het trapje op. Topper. Ik beland in het atelier. Een stuk of 20 naai-machines en 2 dampende strijkijzers. En zeker 40 naaisters die discussiëren wiens beurt het is. Overal kleurrijke stoffen, meters en meters. En een oorverdovend lawaai van naaimachines. Tot ze merken dat er een muzungu aanwezig is. Eén voor één vallen de machines stil en kan het staren beginnen. Wanneer ik ze in het Rwandees begroet en zelfs op een hoe-gaat-het-vraag kan antwoorden ben ik de test geslaagd en kan het handjes schudden beginnen. Dat gaat zo: je houdt je hand op schouderhoogte en neemt wat vaart zodat het lekker pletst. En dat dan de hele dag door..
Morgen is het zaterdag en dan neemt iedereen een rustdag. Ik zal wat aan een zwembad moeten gaan liggen denk ik..
Hello Afrika. Nice to meet you.
Dag 1, 22 januari 2013
Deze ochtend in de vroege uurtjes glijdt het sneeuwlandschap aan mij voorbij. Eén traan verbijten op de parking, effe flink zijn, en dan 48 kg bagage inchecken. Na 8 uur in de lucht zet ik voor het eerst voet op Afrikaanse bodem. Warmte omhult me wanneer ik het vliegtuigtrapje afdaal. Daar heb ik lang naar uitgekeken. Niet alleen naar warmte. Naar dit hele Grote Avontuur. En nu gaat het eindelijk beginnen.
Frère Charles, de directeur van het psychiatrisch ziekenhuis in Ndera komt me persoonlijk afhalen. Van de luchthaven naar de Zusters Bernardinnen rijden we over een kraaknette, geasfalteerde, verlichte 2-vaksbaan met palmboompjes op de middenberm en een hoog breed voetpad aan weerskanten. Iedereen rijdt rustig en meer nog, iedereen respecteert verkeersborden en -lichten. Er loopt nog veel volk op straat te kuieren. Levendig en vredig ziet het eruit. Ik had het me anders voorgesteld.
Zuster Godelive staat ons al op te wachten en toont me mijn kamertje in het gastenverblijf. Soberheid troef: geverniste bakstenen muren en een groot hoog raam met roze gordijnen. Een bed, kleerkastje, tafel en stoel. Qua verlichting een TL-lamp en een kaarsje. En voor het kaarsje een geel strookje met daarop 'BIENVENUE'. Daar word ik blij van.
Frére Charles vraagt welke van beide koffers voor hem is. Hij denkt dat ik een volledige koffer vol medicatie heb en is erop gebrand om die al mee te nemen. Dringend nood aan Haldol blijkbaar. Ik begin in mijn rugzak te graaien en tover 4 dozen van het kalmerend medicijn tevoorschijn. Charles content. We gaan met de jeep naar de overkant van de straat in café Karibu (vrij vertaald: Café De Welkom) een cola drinken en dan is het tijd om te relaxen en te slapen. De douche is in de stijl van de kamer: spartaans. Morgen word ik al in het ziekenhuis verwacht voor een rondleiding om de dag nadien te beginnen werken. En ik die dacht dat ik enkele dagen kon Kigali-cruisen..
Dag 2, 23 januari 2013
Stipt (dat had ik alweer niet verwacht, al 2 Afrika-clichés doorprikt) word ik door een chauffeur van de Broeders van Liefde opgepikt. Jean-Bosco toont me onderweg Kagame's optrekje. Mmm. Hij dropt me bij Frère Charles die me 'le tour de l'hopital' geeft. Een groot domein met mooi onderhouden tuinen. De wachtzaal zit vol en de temperatuur is hoog. Zowel op de mannen-als de vrouwenafdeling hangen de patiënten in witte plastieken stoelen in de tuin of liggen op het gras te dutten. Bizar zicht. Hij stelt me voor aan Dr Xavier Butotu, de psychiater die verantwoordelijk is voor de kinderafdeling. Wij moeten dikke vrienden worden. Dr Xavier is een grote, stevige en zeer joviale man en we lachen onderweg naar de kinderafdeling al een beet af. Het ligt afgelegen van de andere afdelingen en is afgesloten door een groene metalen poort en een hoge muur. Eens op de afdeling is het minder gelachen. Een tuin vol speeltuigen maar geen kind te zien. Die zitten binnen. Te zitten. Meer kan er niet over gezegd worden. Behalve eentje. Die ligt op het terras. Een 8-jarige in een lijfje van een 3-jarige. Ondervoeding. Oh Lord.
's Middags mag ik aanschuiven bij de Brothers of Love: rijst, rauwe groentjes, kip (als je er heel hard op kauwt), bakbananen en speciaal voor de Belgische gast... frieten! En als dessert verse ananas. Morgen ga ik terug.
Elke woensdagnamiddag vindt er in het ziekenhuis 'la supervision' plaats; een casusbespreking met de psychiaters, psychologen en verpleegkundigen. Ik ben op mijn gemakje achteraan gaan zitten tot ik de hoofdarts hoor zeggen: “je pense que je vois un nouveau visage. Veuillez-vous lever et vous présenter svp”. Mon dieu.
Dat formeel voorstellen staat me nog vaak te wachten. Blijkbaar is iedereen op de hoogte van mijn komst.. Hopelijk blijven ze zo positief na enkele weken!
Morgen heb ik een dagje vakantie; househunting! En een beetje kuieren..
Tot snel! Wiriwe!
Astrid
Avontuur met een grote A
Nog 19 dagen.
Dan begint mijn Avontuur met een grote A.
A voor Afrika.
A voor Amai, nu gaat het echt gebeuren.
Wie in de mailinglijst zit krijgt automatisch een bericht wanneer er een nieuw verhaal is gepost. Voor wie daar geen zin in heeft is het nu de moment om uit te schrijven..
Tot snel, in Astridstan!
Astrid
121 dagen Astridstan
Nog een paar uur en ik neem voor de allerlaatste keer de bus naar de luchthaven. Altijd een rare dag, de laatste. Wachten, denken aan alles wat geweest is, het spijtig vinden om mensen en plekken achter te laten, dankbaar zijn voor dit grote avontuur, dromen van wat mij thuis te wachten staat, ernaar uitkijken om iedereen 1000 knuffels te geven, hopen dat ik de dingen die ik geleerd heb ook in Belgie nog weet. Veel emoties gieren door mijn lijf. Constant op de klok kijken en het uur van de vlucht nog maar 's checken.Dit is de laatste rechte lijn naar huis.
Na 11 vluchten, 7 eilanden en 32 vreemde bedden kom ik morgen eindelijk thuis.121 dagen Astridstan. Wat een reis. De gedachten die vandaag door mijn hoofd schieten gaan van tempels tot olifanten en van haaien tot kokosnoten. En alles daartussen. De speciale mensen die ik heb ontmoet bijvoorbeeld. Er hebben er een paar mijn hart gestolen. Ik zal dus nog 's moeten komen om het terug te vragen. En hoe die mensen SAMEN leven, dat is mooi om naar te kijken, tussen te zitten en een deeltje van uit te maken.
Maar ik moet niet heiliger zijn dan de paus, ik heb me vaak ook fameus geergerd. Aan de toetsenborden bijvoorbeeld, waarmee je geen trema kan zetten in woorden als geergerd. Of aan de stank en de vuiligheid. Zure bedden, degoutante badkamers, open riolen, rochelende mensen. Of aan de 'economie': voor hoeveel geld ik opgelicht ben, ik wil het niet weten. Of aan het afval-beleid 'heb je afval, gooi het vlug op straat'. Of aan mensen die mij iets wijsmaken omdat ze het antwoord op de vraag niet kennen. Of aan de electriciteit die uitvalt of de printer die het weer niet doet. En aan het feit dat niemand kan zeggen wanneer die printer het wel weer doet. Ik ben hier enorm getraind in momentjes-waarin-je-best-flexibel-en-rustig-reageert.
Bij deze nog een grote DANKJEWEL aan: mijn mama die mijn financieen in de gaten hield, Lore voor het bedenken van de blognaam, alle vrienden en familie op het thuisfront voor de mails, reacties op de blog, smsjes, skype-babbels,... dat is zooooo fijn als je ver weg bent!
Tot heel vlug,
nog een laatste dikke kus uit Astridstan
Juf Astrid - The Sequel
Zaterdag, les 2?
Zaterdag ga ik voor de zekerheid toch maar s piepen in de school. Om 15u valt er naast enkele onvermijdelijke kippen geen levende ziel te bespeuren. Misschien is er een communicatiestoornis in de communicatiestoornis geslopen en staan er ijverige studenten om 16u?? Ik fiets mijn ondertussen zeer vertrouwde pad een uurtje later nog 's en zie véél leerlingen! In een onberispelijk wit taekwando-pakje. Die komen duidelijk niet om “Hello, how are you?” te oefenen..
Zondag, les 3
Om 13u ben ik al in de school om 'de schat' te verstoppen. Vandaag spelen we het scouts-meets-school-spel. Goed opletten is een tip, 4 tips is een schatkaart. Eventjes zoeken en huppakee! Scoooooooooooooren! Koeken en chips, dat werkt altijd. Dat heb ik echt nog nooit weten falen.
Om 15u ga ik – nietsvermoedend hihi – naar school en begin aan de les. De leerlingen bulderen enthousiast het antwoord op al mijn vragen. Wanneer we de dagen van de week leren schreeuwen ze om ter luidst “SUUUUUNDAAAYY” en “THUUUUUUURSDAAAYY”. Of de getallen, die rammelen ze ook graag af. Na 4 thema's en 4 puzzelstukken leggen ze de schatkaart in elkaar. Het 3de lokaal, daar moeten ze zijn. Tijdens het zoeken durven ze amper iets aan te raken. Ik gebaar naar Latifa-ke dat ze de schuif van de leraar moet opentrekken. Ze vindt ons klein complot zeer spannend en wanneer ze de Chipatos en Oreo-koeken ontdekt slaat ze van puur verschieten de schuif weer dicht. 2 zakken chips en 1 pak Oreo's, de buit is binneeeeeeeeeeeeeen!! Trots wordt al dat lekkers naar “ons lokaal” gebracht en wanneer ik gebaar dat ze het effectief mogen opeten, gaan ze helemaal door het lint. 'Thank you Teacher!' Een schoon vak, lesgeven..
Juf Astrid - The Sequel
Zaterdag, les 2?
Zaterdag ga ik voor de zekerheid toch maar s piepen in de school. Om 15u valt er naast enkele onvermijdelijke kippen geen levende ziel te bespeuren. Misschien is er een communicatiestoornis in de communicatiestoornis geslopen en staan er ijverige studenten om 16u?? Ik fiets mijn ondertussen zeer vertrouwde pad een uurtje later nog 's en zie véél leerlingen! In een onberispelijk wit taekwando-pakje. Die komen duidelijk niet om “Hello, how are you?” te oefenen..
Zondag, les 3
Om 13u ben ik al in de school om 'de schat' te verstoppen. Vandaag spelen we het scouts-meets-school-spel. Goed opletten is een tip, 4 tips is een schatkaart. Eventjes zoeken en huppakee! Scoooooooooooooren! Koeken en chips, dat werkt altijd. Dat heb ik echt nog nooit weten falen.
Om 15u ga ik – nietsvermoedend hihi – naar school en begin aan de les. De leerlingen bulderen enthousiast het antwoord op al mijn vragen. Wanneer we de dagen van de week leren schreeuwen ze om ter luidst “SUUUUUNDAAAYY” en “THUUUUUUURSDAAAYY”. Of de getallen, die rammelen ze ook graag af. Na 4 thema's en 4 puzzelstukken leggen ze de schatkaart in elkaar. Het 3de lokaal, daar moeten ze zijn. Tijdens het zoeken durven ze amper iets aan te raken. Ik gebaar naar Latifa-ke dat ze de schuif van de leraar moet opentrekken. Ze vindt ons klein complot zeer spannend en wanneer ze de Chipatos-chips en Oreo-koeken ontdekt slaat ze van puur verschieten de schuif weer dicht. 2 zakken chips en 1 pak Oreo's, de buit is binneeeeeeeeeeeeeen!! Trots wordt al dat lekkers naar “ons lokaal” gebracht en wanneer ik gebaar dat ze het effectief mogen opeten, gaan ze helemaal door het lint. 'Thank you Teacher!' Een schoon vak, lesgeven..