Juf Astrid


De komende dagen word ik van Pier naar Pol gestuurd. En weer terug naar Pier. De school-directeur, de hoofdleraar en de leraar Engels moeten dringend een cursuske “Samenwerking & Communicatie” volgen. Pier maakt een afspraak waar Pol niets van weet en Pol maakt een belofte waarvan Pier volledig uit de lucht komt vallen. Het komt erop neer dat ik de leraar Engels alleen op afstand heb gezien, het boek van Engels niét heb gezien en dus maar op mijn ukkie een les-engels-voor-beginners voorbereid. Ik weet niets van de leerlingen hun niveau, van de groepssamenstelling.. “Een twintigtal” had de hoofdleraar me gezegd. En dat ze goed zouden luisteren, dat had hij ook gezegd. De grapjas.

Woensdag, les 1.

Ik arriveer een half uurtje voor afgesproken tijd. Niemand te zien. De schoolpoort is dicht. Ik ga achterom en wacht in de bruga (broega), zo'n hut zonder muren. Als er om 16u10 niemand is, dan ben ik de pist in. Ik geloof er geen bal van dat hier straks 20 leerlingen zullen staan. Ik hoop er stiekem ook op. Om 15u50 hoor ik 2 jongensstemmen en belgerinkel. Dan toch.. Ze komen de 'speelplaats' op en klimmen direct de boom in. Enkele seconden later smijten ze mango-bommen naar beneden. Na enkele minuten zijn er 9 leerlingen, om 16u zijn het er 29. “Tidak guru?? Geen leraar??”. “Tidak guru. Geen leraar.” Het is een bende wildemannen. Oh Lord. Crazy loco. Ik moet er iets mee aanvangen en verzamel ze allemaal in 1 klas. Die is uiteraard niet voorzien op 30 dus het wordt proppen geblazen. Het komende uur is CHAOS het trefwoord. Het is vaak ook grappig, maar nog vaker is het luid en druk. Boeken gooien, schijngevechten, ik die tussenbeide kom,... het gebeurt allemaal in mijn klas. Er heerst anarchie, maar ik slaag er wel steeds in om de rust, zij het zeer tijdelijk, te herstellen. Soms ben ik positief verbaasd over mijn autoriteit maar – we moeten daar eerlijk in zijn – het kan nog een klein tikje beter. Op het einde roepen 30 pubers “Bye Teacher” en moet ik toch effe bekomen. Op het strand. Met een mango juice. Wat een heerlijke plek om les te geven...


Vrijdag, les 2

In de voormiddag ga ik opnieuw naar de school. Deze keer kan Mister Kuss (Koez) niet ontsnappen. Ik leg uit dat 30 leerlingen in een te kleine klas met een nieuwe leraar niet echt bevorderlijk zijn voor de sfeer in de klas en de kwaliteit van het lesgeven. Ik stel voor om de groep op te delen en 2x dezelfde les te geven. Dat vindt hij allemaal prima: “je deelt ze maar op hoe je wil, je mag alle klassen gebruiken, je kan zelfs 3 groepen maken en dan loop je heen en weer”. Ik ben niet te vinden voor het plan om van de ene klas naar de andere te spurten en de helft van de tijd leerlingen alleen te laten. Het zijn apen wanneer ik aanwezig ben, stel u voor wat er gebeurt als ik ze alleen laat! Ik probeer – aan de leraar Engels niet te vergeten! - duidelijk te maken dat ik 2 groepen wil, die NA MEKAAR dezelfde les krijgen. Hij is bijna even slecht in Engels als zijn leerlingen..

In de namiddag keer ik terug, benieuwd wat ik zal aantreffen. Geen leerlingen? 30? 50?? 'k Ben zeer verbaasd, het zijn er 12. En ze zetten zich braafkes neer en ze volgen de les en ze maken de oefeningen. We kunnen het bijna saai noemen.Het tweede groepje.. komt uiteraard niet opdagen. 't Was te voorspellen. Het was te vlotjes. Er moést een fout in het systeem sluipen. De leerlingen maken me duidelijk dat het anderen morgen naar de les komen. Huh!? Das heel vreemd want zaterdag is geen lesdag. I have to find Mister Kuss, again...

Volgende keer: de laatste lessen én foto's van de kids en de school! Stay tuned on Astridstan :)

Gili Air - The Sequel


Ja santé.. Ik dacht dat organisaties voor mijn deur zouden kamperen eens ze wisten dat ik vrijwilligerswerk zocht.. niet dus. Ik speur het internet af, vraag viavia, stuur mailtjes maar nada noppes nikske nul. Het wordt een vrijwilliger dezer dagen niet gemakkelijk gemaakt, een rits voorwaarden om aan te voldoen: voorbereidende weekends in het thuisland, een minimum termijn van 3 maanden, copies van diploma's, referenties om het karakter na te gaan,... De lat wordt wel erg hoog gelegd om ergens aan de slag te kunnen gaan. Ik voldoe aan geen enkele voorwaarde, damn... Komt nog bij dat internet écht niet meewerkt, ik krijg de ene failure notice na de andere én Bali staat op zijn kop want het is Galungan, een soortement Balinees Nieuwjaar. Iedereen toert op de brommers van de ene ceremonie naar de andere. Ze zijn uitgedost in Balinese klederdracht en overladen met offers. Prachtig! Ik geniet van de kleurrijke chaos, wacht geduldig tot ik meer nieuws heb van enkele organisaties om iets te beslissen en doe het ondertussen plan-plan, op 't gemakske.. ik huur een huis met een tuin, ga nog s snorkelen in Amed-reef en klets met al mijn kennissen. “Astrid! You back?? I think you in Holland!”


Na enkele dagen krijg ik 2 reacties: een weeshuis in het Noorden heeft genoeg helpende handen en een dagcentrum voor kinderen met een handicap wil me maandag spreken. Dat is over 4 dagen. Daarvoor moet ik naar Ubud en ik ben niet eens zeker dat ik kan starten.. Ik heb geen zin om 4 dagen op een optie te wachten, ik pak mijn biezen en koop een enkeltje Gili Air. 4de keer! Ik hecht me deze reis enorm aan warme mensen en gastvrije plekken. Of aan gastvrije mensen en warme plekken. De vriendschap primeert boven het rondtrekken. Het thuiskomen is leuker dan het aankomen.

Gili Air dus. Ik ga – opnieuw – op huizenjacht want de huisjes waar ik de 3 vorige keren in geslapen heb zijn te ver, te duur, te vuil of te opdringerig (de jongens die er werken dan vooral). Ik tsjol het eiland af en vind een bungalow in een grote tuin, dicht tegen het dorpje van de locals in het midden van het eiland. Na 1 nacht schreeuwt het buikgevoel “NEEN!” en kan ik alleen maar gehoorzamen. Inpakken en op zoek.. Ik wéét dat er iets ongelofelijk op mij wacht, ik moet het alleen maar vinden. Ik weet ook dat ik veeleisend ben en dat andere mensen al lang tevreden zouden zijn.. Net als ik mijn (veel te snel gemaakte en dus asymmetrische en dus kak-om-te-sleuren) rugzak wil neersmijten passeer ik een klein geel huisje met grote tuin. Nieuw, proper en gezellig. Dicht tegen het strand maar ook afgezonderd. Allé, ge hoort het al.. 't Was liefde op het eerste gezicht. In het (goedkope!) pakket zit ook een fiets, ontbijt én een 'medewerker' Iren' die thee brengt en me helpt met het verschuiven van meubelkes en aansluiten van verlengkabels. Raar zo'n hulp-aan-huis maar wel gemakkelijk.. Ireng ligt de helft van de tijd ook te maffen in de hangmat of op strandstoel-kussens OP het aanrecht (in een ander gebouwtje) maar ik vind hem tof. Op zijn GSM speelt hij Ace-of-Base en zingt dan luidkeels mee dat “all that she wants, is another baby”. Wij gaan goeie maten worden, 'k zie dat al.

Bon, ik heb een huis, een fiets en Ireng. Nu nog werk en we zijn er. Viavia kom ik in contact met de school-directeur / ex-burgemeester. Hij wil me inschakelen bij de pubers.. De leraar Engels kan wel Engels maar het is boeken-kennis. Iemand het effectief spréékt, dat zou dus wel handig zijn. De volgende dag word ik om 9 uur in de school verwacht. Stress!! Phoe! Lang geleden dat ik zo geflipt heb. Ik krijg geen pineapple-pancake-hap door mijn keel en laat mijn thee lauw worden. Onderweg overrijd ik van miserie bijna 4 kippen (ok, ook een klein beetje expres). Ik herinner mezelf aan mijn Kaapse ervaringen en dat geeft me moed “Komaan Herbosch, 7 jaar Kaapse kinderen. 15 gewone pubers zullen ook wel te hanteren zijn”. Ik arriveer op een speelplaats en word aangestaard door kleine mannen en schattige meisjes. Gdvr. Verkeerde speelplaats. Moving on. Ik slaag erin de leraar Engels te localiseren maar die vind het heel raar dat ik nu in de school opdaag want het zijn examens. Mmm.. Communicatiestorinkse tussen de directeur en zijn leraar. Na 5 minuten zit ik weer op mijn fiets, fluitend.. omdat ik nog even aan de stress ontsnap..

Lombok

Your body feels this is a good place to rest”. Dit is de verklaring van één van de hotelmedewerkers wanneer hij me al dagen ziet geeuwen, slapen, lezen, rusten, meer geeuwen en meer slapen. Moe dat ik ben! Moe! Ok, ik moet recuperen van mijn calvarie-tocht op Rinjani maar zelfs na nachten van 12 uur slaap blijf ik moe. Ik denk dat ik een slaaptekort van 3 maanden reizen en 7 jaar kinderpsychiatrie moet inhalen. En mijn lichaam vindt Coconut Bungalows blijkbaar een aangename stek om dat tekort weg te werken. Ik moet zeggen, ik ben daar met mijn gat in de boter gevallen: een klein paleisje in een weelderige tuin: terras met hangmat, goed groot bed, mooie buitenbadkamer met wàrm water, waterkoker, tassen en thee, een kast voor mijn kleren en zelfs een nachtlampje! Ik geniet van mijn huisje, van de rust. Quality-time met mezelf.

Na enkele dagen steekt onrust de kop op. Ik heb nog een maand. Wat doe ik daarmee? Ik moet lezen, denken en beslissen. Il faut bouger. Mijn visum vervalt binnen enkele dagen dus ik moet sowieso naar een Immigration Office om een verlenging van een maand te regelen. Mataram op Lombok is het dichts en handigst, so Lombok it's gonna be!


Not good. Lombok and me, there is no fire, not even a sparkle.. Op sommige plaatsen komen postkaartjes tot leven (een idyllisch rijstveldje) maar op de meeste andere plekken spat de armoede, kortzichtigheid en vuiligheid in het rond. Vrouwen staan uren en uren kniediep in een rijstveld gebogen, mannen wroeten met voorhistorisch gerief de weg open, vaak zonder schoenen, laat staan een contract of verzekering. De dikke gelukzakken beschikken over een cementmolen maar dat is schaars goed. Boeren moeten zich een weg door hun veld ploeteren met een kapotte ploeg. De huizen zijn scheve, vochtige rieten hutten, kippen overal (dat alleen al vind ik horror). Veel te jonge meisjes dragen baby's rond, honden liggen dood langs de weg. Oude verrimpelde vrouwkes met een geit aan de leiband. Not good.

In de steden is het chaos troef. En mensen bekijken me.. Nee, stáren alsof ik de eerste blanke ben die ooit voet in Mataram-city heeft gezet. Mijn krullen zitten niet verstopt onder een sluier en mijn armen mogen mooi bruinen, dat is mogelijks een reden voor al dat loeren in Moslim-Lombok.

De derde dag charter ik een auto met chauffeur om het binnenland in te trekken. Misschien ben ik per ongeluk in de foute steden terechtgekomen en wéét ik zelfs niet welk moois me nog te wachten staat. Driver van dienst is Randy (spreek uit rendier zonder r). Ik schat hem 1m55 en 45kg. Kleine rakker Randy heeft de zéér irritante gewoonte om voor echt élke reden 2x te toeteren. Kinderen die mooi aan de kant van de baan lopen, kinderen die in een weitje ravotten, vrouwen met geiten, kippen, grote autobussen die toch no way aan de kant kunnen gaan, grassprieten die durven waaien, zelfs als we in de file staan en geen kant uitkunnen... Randy heeft het allemaal graag onder toeter-controle. Een paar keer schreeuw ik bijna STOPTDAARMEE!! maar de iPod brengt gelukkig verstrooiing en rust. Ook na dag 3 is er geen liefde voor Lombok en geef ik toe aan mijn buikgevoel. Back to Gili Air..

Ik heb het efkes gehad. Reizen. Inpakken. Op een boot of in een bus kruipen. Slaapplaats en leuk gezelschap zoeken. Onderhandelen. Uitpakken. Afscheid nemen van nieuwe vrienden. En opnieuw. Alleen maar naar mezelf moeten luisteren. Mijn goesting kunnen doen. Hele dagen aan een stuk. 't Wordt te gemakkelijk en ego-centrisch na een tijd. Ik heb zoveel moois gekregen van dit stukje aarde dat het tijd wordt om te geven. Ik wil me terug nuttig voelen en ga op zoek naar een leuke plek om vrijwilligerswerk te doen. Dat lijkt me een puik plan om mijn laatste weken te spenderen..

Rinjani

Na al dat lazy-island-geniksnut is het tijd for some serious action. Ik besluit de Rinjani te beklimmen in 3 dagen en 2 nachten, een berg met een meer met een vulkaan ín het meer. 3726m pure natuurkracht. Ik heb me vestimentair niet echt voorzien op 'de bergen' maar de organisatie belooft me een goede jas. Bij start blijkt het een (nog natte) fleece te zijn. Joy. 3 koppels, de gids, 4 dragers en ikzelf gaan op pad.

Trekken is best een eenzame activiteit: een strijd die je met jezelf levert. It's me against the challenge I'm facing. 1000-en gedachten schieten door mijn hoofd. Wanneer ik een lastig stukje doorploeter denk ik aan een voordelen die een trekking biedt: het is goed voor de strakke billen, voor het karakter, voor de conditie, voor de longen, voor mijn talenkennis en voor de innerlijke mens! Het zweet druipt van je gezicht. Ik moet al mijn energie gebruiken om te stappen, klauteren, klimmen, balanceren en oog-hand-voet-coördinatie te regelen. Je kan niet zomaar je voeten neerploffen. Je moet goed bedenken wat je volgende (én je volgende) manoeuver is om geen kracht te verspillen. Het vraagt analytisch vermogen in combinatie met creativiteit: hoe geraak ik dit obstakel zo efficiënt mogelijk en met zo weinig mogelijk energie-verlies op en over?

Mijn nieuwe botinnen, knieverband, iPod (soms een Rihannake voor de moraal), wandelstok en doorzettingsvermogen vormen een geweldig team! Ik voer volledige conversaties met mezelf: ' Wist je trouwens dat er een fysica-wet is die beweert “Een lichaam dat in beweging is, wil in beweging blijven”? Blijven stappen is de boodschap Herbosch. Stilstaan is achteruitgaan.'

Op dag 1 stijgen we van 600 naar 2600m. Heftige klim. Wanneer ik puffend het kamp bereik voel ik meteen dat het een fris nachtje zal worden. Wind! WIND! Ik doe alle kleren aan die ik bij me heb maar 't is f*cking freezing cold. Ik spreek mezelf toe dat ik er niet over mag zagen want in België is het al een tijdje barkoud. Ik denk zelfs op een hoogte van 2600m aan jullie! Tegelijkertijd ontstaat ook de gedachte (en die zal vaker terugkeren dan 'in België is het ook koud'): Verdorie maat.. op rotsen kruipen, afzien, kou lijden en ervoor betalen ook! Dat is niet echt mijn concept van vakantie.. Ik verplicht mezelf het grotere plaatje te zien: al dit moois is enkel weggelegd voor de doorzetters en daar zijt ge er één van!

's Avonds toveren de gids en de dragers een feestmaal te voorschijn: nasi-met-alle-gloenten, gebakken kip en kroepoek. Bij deze een woordje over de dragers: niets dan bewondering en respect kan ik voor deze mannen opbrengen. Pezige pluimgewichtjes huppelen flipperdeflip op hun slippers (!) over de rotsen. Ze lijken de bodem haast niet te raken. Geen jas, geen schoenen, geen twijfel en geen angst. De enige optie is de 25kg zware last zo snel mogelijk ter plaatse krijgen. Als het kamp dan eindelijk bereikt hebben, moeten ze tenten opzetten, hout sprokkelen, water halen, groenten snijden en koken. Een beetje zoals de scouts maar veel minder leuk. Ik hoor ze 's avonds toch geen liedjes zingen bij het vuur.. Ze slapen onder een shelter zonder slaapzak, niet in een tent, want dat kan er qua gewicht niet meer bij.

Over slapen gesproken: ik had in de verste verte geen zin om in mijn tent te kruipen: harde grond, verwaarloosbaar dun matje, dunne slaapzak maar vooral ijskoud. En ook: zonder mijn anders (toch op kampeertripjes) aanwezige levende stoof Erwin. De body heat die hij uitstraalt, daar kunt ge gans de Rinjani mee verwarmen. Enfin, Erwin was er niet dus moest ik alweer creatief zijn. Het Oostenrijkse koppel – mountain people in hart en nieren – stelden voor om een steen uit het vuur in mijn slaapzak te steken. Ze leken het nogal te menen dus ik op stenen-jacht: niet te groot en niet te heet. Mijn nieuwe beste vriend en ik vlug de tent in and believe you me: zalig... Misschien niet zo zacht en soepel als een gel-kussentje uit de microgolf, misschien niet zo gezellig als een kersenpit maar wie geeft er om zacht, soepel of gezellig? Het moest vooral warm zijn! Na 2 uur was 't gedaan met de warmte en lag ik met een lauwe, vuile, dikke steen in mijn slaapzak. Mijn fleece was nog steeds nat en alle kleren die ik had niet warm genoeg. KAK. En dan moest de nacht nog beginnen.. Pijn in de heupen van de harde grond, wroeten, “shit 't gaat hier bergaf”, “lap mijn rits is open” (uiteraard aan mijn rug), “hoe laat zou het al zijn”, “verdoeme hé, thuis heb ik zo'n goeie slaapzak!”, “stoer hoor, 3 dagen gaan trekken”,... Ik moet mijn gedachten verzetten en maak in mijn GSM een lijstje 'Things that make me laugh'. Ik moet mij inhouden om niet luidop in lachen uit te barsten. Chance dat ik mezelf zo goed kan entertainen. Het wordt een koude woelige nacht maar ik slaag er wel om enkele uren te slapen. Denk ik.


Dag 2 start om 6u: banana pancake en toast tomaat/omelet speel ik vlotjes naar binnen. Krachtvoer! We dalen af naar het meer en dat is een pijnlijke affaire voor mijn zwakke knieën. We houden een stopje aan de hot springs waarvan de Indonesiërs geloven dat je met iedere duik in de watervallen een jaar langer te leven hebt. Na de lunch stijgen we naar mijn gevoel 50 000 meter want it's never ending. Grote blokken, grind... We wandelen boven de wolken en dat is wel heel speciaal. Misschien kom ik wel een troetelbeertje tegen.. Wanneer we het kamp geradbraakt bereiken staan de tenten al recht, is er al een shelter en zijn de dragers als groenten aan het kuisen. Ik hoop uit de grond van mijn hart dat ons geld deze helden van de bergen bereikt.

Ik oefen wat Bahasa met de gids en ga – deze keer met 2 stenen – de nacht in. Wanneer ik ze uit het vuur haal en in een plastic zak steek om gans de boel niet te bevuilen smelten ze zich een weg door mijn zak. Zo warm zijn ze dus.. De eerste uren is het puffen geblazen. Ik wil mijn trui uitdoen maar dat vind ik te veel het lot uitdagen. Na 3 uur begint het rillen en woelen. Ik word wakker van de pijn in mijn heup. Time check: 2u17. Binnen 13 minuten mag ik dit ijskot uit om me klaar te maken voor de klim. Ik weet niet goed of ik daar blij mee kan zijn.

Als ontbijt krijgen we Rachel-achtige koekjes en spelen er ieder een stuk of 15 naar binnen. Op deze voorraad moeten 3 uur stijgen en anderhalf uur dalen. Tijdens mijn laatste kopje thee vraag ik me echt af waar ik mee bezig ben. En terecht. Een half uur later tijdens de eerste pauze vat ik de situatie even samen: het is 3uur des nachts en er waait een ijzige wind. Het is pikkedonker en behalve 6 petzl-lampjes is er niets. Behalve mist, dat is er veel. En gravel ook. Ik vind gravel echt tof. Op een tennisplein. Op alle andere plaatsen vind ik het onvoorspelbaar en onbetrouwbaar. En net in deze ondergrond moet ik me een weg naar boven ploeteren. Ik HAAT het. Ik moet mezelf overtuigen dat er mij boven iets heel mooi te wachten staat want wie zoveel moeite doet, kan niet anders dan beloond worden. En dus zet ik door. 300m van de top moet ik mijn meerdere erkennen in de ijzige wind, de gruwel-gravel en mijn kwetsbare knieën. Na een zeer korte fotoshoot (mijn vingers vriezen er haast af) daal ik de hele weg alleen af. Samen met Kings of Leon, Beyoncé, Ray La Montagne, Yevgueni en Chichi Peralta zing ik voor Rinjani. Terug in het kamp trek ik me terug in mijn tent. En ik ween. Pijn. Doodop. Vuil. Frustratie dat ik het net niet gehaald heb. Vooral daarvoor ween ik. En omdat ik weet dat me nog een afdaling van 5 uur te wachten staat. Ik neem een flinke hap frisse berglucht en herpak me. Later hoor ik van Eva (van het Oostenrijkse koppel) dat slechts 7 (van de ongeveer 40) klimmers de top gehaald hebben. Dat troost mij. Een beetje.

De 5 uur naar beneden over boomwortels, rosten en stenen zijn geen lachtertje. Natalia (mijn Poolse lotgenote) en ik beginnen afleiding te zoeken in 'Voor hoeveel geld zou je dit opnieuw doen?'. Ik had met graagte 500 miljoen triljard Rupiah betaald om hieruit geregd te worden door een helicopter. Dubbel zoveel ook. Enfin, aan alle miserie komt een einde en om 14u bereiken we het dorp. Ik ben op. En stil. En heel fier dat ik dit op eigen kracht gedaan heb. Zonder helicopter.

This is a lazy island, you have to do lazy things..

De volgende ochtend is het minder gezellig.. afscheid nemen van kleine Mollie (aka Amy), Fabrice, Ibu, Lina, Matthew, de mannen van eco dive en Amed. Net als ik wil vertrekken besluit Amy om mij niét los te laten, het draait randje kantje op een bleit-scène uit (van Amy maar ook van mij) maar ik hou me sterk en loop flink door naar het minibusje dat me staat op te wachten. Op de fast boat naar The Gili's (3 eilandjes naast Lombok) denk ik dat ik een top-zitje veroverd heb: op de 1ste rij naast de kapitein. Na enkele seconden wordt het mij snel duidelijk waarom deze plaats nog vrij was: je wordt er haast levend gekookt achter dat glas! Het zweet loopt over mijn hele lijf in straaltjes naar beneden maar ik ben geen miet en ik wil van geen wijken weten. Eens aangekomen op Gili Air (ondertussen ben ik 'bien cuit') valt me de rust van dit eilandje meteen op: geen honden, geen auto's, geen brommers. Enkel zandwegjes met een paar kippen, paard-en-karretjes en enkele fietsen. En bungalows en eethuisje voor de toeristen natuurlijk.. ik vind een nieuwe thuis in 'Youpy' (joepie!), als een mens daar al niet blij van wordt! Ik spendeer de namiddag met wandelen (van het noorden naar het zuiden van het eiland is 't geflikt op 20 minuutjes), zwemmen, zonnen, iPodje luisteren, zonnecrèmeke smeren en veel water drinken. In mijn buitenbadkamer geniet ik van een deugddoende douche: ik schrob de combinatie van zand, zweet en zonnecrème eraf maar ik blijf zout proeven en blijf dus maar schrobben tot ineens mijn frank valt dat het water zout is! Later verneem ik dat er niet genoeg water op het eiland is en dat ze daarom deels zeewater in de leidingen pompen. Ook heel lekker om tanden te poetsen :). Ik leer Epul kennen die me de filosofie van het eiland verklapt: “it's a lazy island, you have to do lazy things”. Okeetjes, I can do that! Hij neemt me mee naar de turtle nursery waar hij me voorstelt aan Amanda, een gekwetste (mannelijke!) schildpad. Ik stel subtiel voor om een naamsverandering door te voeren maar Epul wijst mijn voorstel af want schildpadden zijn toch doof. Mm, goed punt. Amanda is enkele jaren terug in een vissersnet verstrikt geraakt en in plaats van het net open te snijden, besloten de vissers om de voorpoten af te snijden en het beest gewond weer het water in te gooien. Ongelooflijk. Epul en ik geven Amanda een wasbeurt door op zijn (haar?) schild te wrijven en het grappige is: die schildpad vindt dat tof want hij blijft ter plaatse liggen en heft zijn schild zelfs uit het water!! Zotjes.. Schildpadden schuren..

Puffen en zweten.. ik check de tijd. 6u34. De ventilator doet het niet meer. Geen electriciteit. Ik zwier mijn schuiframen open en hoop op een briesje om nog enkele uurtjes te kunnen slapen..

Surpri-ise!

Amy en ik zijn volledig aan het losgehen op 'Onder moeders paraplu' wanneer Fabrice thuiskomt en aankondigt dat hij nog een verrassing heeft: om mijn verblijf in Amed in schoonheid af te ronden en om me te bedanken voor alle quality time met Amy neemt hij me nog een laatste keer mee om te gaan duiken. Handig hé..vrienden zijn met de duik-instructeur :). We besluiten voor een deep dive te gaan en ik kan u verzekeren, hou u vast aan uw bretellen.. Na 10 minuten botsen we op een schildpad en dat is helemaal de kers op de taart. De duik is op dat moment al 200% geslaagd! Enkele luchtbellen verder bereiken we 'the wall', een metersdiepe muur, recht naar beneden. We duiken er letterlijk af en gaan met ons hoofd eerst. Gewoon, into the blue.. Ik voel de druk in mijn oor toenemen tot het echt pijnlijk wordt en blijf een beetje hangen. Ineens voel/hoor ik de verlossende 'PLOF' en daal ik verder af. Op de bodem (je leest het goed: op de bodem van de zee, hoe zot is dat?) bekijk ik Fabrice zijn duik-computer: 45,2 meter! Effe schrikken maar vooral effe kalm blijven. 20 minuten later ademen we weer gezonde zeelucht.. We zijn allebei sprakeloos maar das niet erg.. op sommige momenten is stillekes genieten zeer ok.

En net als je denkt 'wat een dag, ik ben toch ne chancard!' komt er nog een verrassing uit de lucht vallen! Fabrice trakteert Matthew (pannekoeken en freedive man) en mezelf op een etentje bij Sails, hij heeft zelfs voor een chauffeur gezorgd! De menu biedt een paar toppers aan dus probeer ik de anderen in hun keuze te manipuleren om van véél dingen te kunnen proeven.. en dat lukt! Ik drink witte wijn, eet feta en steak en puree en dat is allemaal zo lang geleden en zo lekker..

Het leven zoals het is Amed - Deel III

1 dag na Ellen zit ook ik op een vliegtuig, niet richting Europa – oh no - maar richting Bali.. 3de keer goeie keer! De taxichauffeur wil me voor de “special price” van 150 000 rupiah (das 3x te veel en dus inderdaad een heel speciale prijs) naar Legian brengen. Ik ben al een Bali-ancien maar dat weten zij natuurlijk niet! Ik haal het onderste van mijn onderhandel-kunsten uit de kan, ik weiger een milimeter toe te geven en betaal 50 000 en geen rupiah meer. Als het moet kan ik redelijk assertief uit de hoek komen.. Zo kennen jullie me waarschijnlijk niet, maar ik kan het wel :).

Ik geniet van een spinach-fettucini met gerookte zalm (heel balinees, I know) in het beste restaurant van Bali en smijt me de volgende ochtend nog s in de toeristenkermis van Legian. Het is nog steeds Horror met een grote H. Snel een shuttle bus in richting Amed-city..


In Eco Dive word ik ontvangen door mijn ruime schare vrienden. Zelden zo welkom gevoeld! De duik-instructeur biedt me de logeerkamer in zijn huis aan. Dat heeft vele voordelen: ik heb leuke compagnie, er is internet, een leuke badkamer en keuken, na 15m verandert de tuin in de zee, ik kan aardig wat geld uitsparen en dus duikeeeeeeeen!! Er is ook één nadeel aan verbonden: het bio-ritme van het éénjarig dochterje en het mijne komen niét overeen: elke dag om 6u30 begint ze te babbelen en te kraaien.. Ik vul mijn dagen met heen en weer fietsen naar Amed (een pittig tochtje van 20 minuten met onderweg heel veel bekijks want fietsen zijn hier echt een rariteit), babysitten op de super-schattige dochter des huizes, bahasa spreken met de poestvrouw (die regelmatig in een deuk ligt omdat ik haar met veel overtuiging van mijn bahasa-kunnen allerlei onzinnige dingen vertel (bijvoorbeeld dat mijn ontbijt 'bintang' (bier) was in plaats van 'pisang' (banaan)), internetje raadplegen en oneindig veel tochtjes op de brommer naar stranden, zwembaden en ander leuks. Ik leer ook 'free diven' van Matthew (de pannenkoeken-man van enkele verhaaltjes terug): enkel met een masker en vinnen de diepte in duiken, geen lucht op de rug, enkel in de longen. Matthew kan na een jarenlange training 4 minuten onder water blijven en gaat tot 20m diep. Ik ben een beginner en ben al heel fier dat ik de bodem op 5m diepte bereik! Mijn leermeester is verbaasd over mijn techniek en he thinks I'm a natural! Leuke sport maar geef me toch maar the real thing. Na enkele dagen Amed is mijn duik-honger te groot en teken ik in voor wat mijn mooiste duik tot nu toe zou worden: Gili Selang, een klein eilandje ten Zuid-Oosten van Bali. Dive Master Komang, Graham (gepensioneerde Britse tandarts met pokkedure videocamera) en ik vormen een team, Ledong (de versierder van de fish-ID) en 2 oudere mannen vormen een ander groepje. We gaan met de jeep naar een klein haventje en kruipen daar 2 vissersbootjes in. De videocamera vormt ondertussen een zeer belangrijk onderdeel van ons team want dat ding is 20 000 euro waard.. De stroming is redelijk woelig en ik ben nog aan het klungelen om het juiste drijfvermogen te vinden waardoor ik tegen een koraal aanschuur (sorry koraal!) en mijn knie verwondt (sorry knie!). Nu heb ik aan beide knieën een schaafwonde in mijn anders zo egaal gebruinde benen. Verdorie toch! De duik verloopt verder in alle peis en vree, enkel genieten en verwonderd zijn is de opdracht. De koralen strekken zich meterslang uit, scholen van 300 minivisjes omgeven ons, 't is magisch. Na 52 minuten zit het erop. Terug naar boven.. Op de terugweg nodigt Graham me uit om bij hem en zijn vrouw in het resort te dineren en de beelden te bekijken. An offer I can't refuse.. Hij belooft me zelfs een kopie op te sturen eens alles gemonteerd is! Zo'n lieverd!! Ik steel tijdens het eten nog een paar keer de show wanneer er een koppel ganzen komt aangewaggeld: ik spring recht, verschuil me achter Graham en roep “somebody, do something! Scare them!”. Eerst denken ze dat het een mopje is maar ziet er iemand mij lachen?? Ik denk het niet.. Kippen en hanen, daar heb ik leren mee leven maar ganzen... das een brug te ver.

En ineens is het dan 17 november.. Das raar.. Ik voel dat ik me hier te thuis voel, dat ik hier nog veel langer zou kunnen blijven en daar moet je alert voor zijn. Ik verplicht mezelf een vertrekdatum te prikken (morgen!) en kijk al uit naar nieuwe plaatsen, mensen en avonturen. Het belooft de moeite te worden..

Ain't no sunshine when she's gone

Kak. Afscheid.

's Avonds laat afscheid nemen. Wachten op iets vervelend, er geen zin in hebben en weten dat het moet. Dat het sowieso zal gebeuren. Daar worden mensen rusteloos van. En stil. En triest.

We nemen de bus naar de luchthaven en onderweg pink ik al een traan weg bij de gedachte dat ik er weer alleen voor sta. Geen bruisende Ellen meer in mijn buurt.. Pfff..

We laten ons nog een laatste keer masseren (2 keer zelfs) in de grote lederen massagestoelen in de vertrekhall en dan is 't zover. 3 dikke dikke knuffels. Ik draai me om en zoek afleiding in de bordjes met pijlen in allerlei richtingen. Ik weet waar ik heen moet maar focus me toch heel fel op het symbooltje van de bussen.

Op de bus is het koud en mijn enige truitje met lange mouwen is niet warm genoeg. De rits van mijn lievelingszak breekt af (die zwarte met vrouw met hoofddoek) en het regent. En ik ben doodmoe. Ik gun mezelf 1 avond om zielig te doen en sip te zijn.

Morgen ga ik er weer tegenaan. Ik stuur een postpakket naar België en maak plaats in mijn rugzak voor nieuwe avonturen. Ik vlieg naar mijn geliefde Bali en maak daar een plan voor de komende maanden. Dat is het plan. I love it already.