Zanzibar

Dag 124


Anouk en Frida, 2 vriendinnen van de Kigali-crew besluiten hun laatste weken al reizend door te brengen met een safari in Masai Mara, een tussenstop in Mombassa en als kers-op-de-taart Zanzibar. Ik besluit om alleen de kers mee op te snoepen en vervoeg hen de laatste week op het expeditie-robinson-eiland.

Marieke, een klasgenootje van het post-graduaat Noord-Zuid loopt stage in Mwanza (Tanzania) en aangezien ik van daar een goedkope vlucht kan nemen naar Dar-Es-Salaam, ga ik met de bus naar Mwanza en sla ik met een overnachting daar 2 vliegen in één klap.


Zaterdagochtend, 3u30. De wekker gaat af. Niet dat ik een oog toegedaan heb en een wekker nodig heb maar je weet maar nooit..Ik hijs me uit bed, hijs mijn rugzak op mijn rug en hoop om op dit nachtelijk uur snel een motard te pakken te krijgen. Aangekomen in Nyabugogo, het anders zo chaotische busstation is het kalm en vredig. Ik kies een zitje uit en voor ik mij goed en wel geïnstalleerd heb vertrekt de bus richting Zanzibar. Twee uur later arriveren we aan de Rwandees-Tanzaniaanse grens. Dat belooft een vlotte tocht te worden. Dat zie ik meteen. Ik eet mijn eerste sandwich van 5. Eentje met Nutella. Mmmm.


Na de grens is het een beetje onduidelijk: ik moet op een andere bus maar niemand weet waar ik moet wachten op welke bus en om hoe laat die komt. Iedereen weet ondertussen al dat de muzungu naar Mwanza moet dus ik maak me er niet druk in en zet mij een beetje te kijken naar de chaos rond mij. Na een half uurtje duikt er een minibusje op en maakt het hele \'busstation\' me duidelijk dat ik daar op moet. Het busje parkeert naast een diepe gracht dus moet ik eerst in die gracht geraken om er dan weer uit te klefferen. Soms zie ik echt de logica niet.

Ik tel 14 zitjes. Na een half uur kabaal en gewichtig doen en mensen op en af en weer op vertrekken we. Niet met 14 uiteraard. Met 24. Gedurende 2 minuten is dat grappig, de rest van de 6 uur is dat vervelend en claustrofobisch en pijnlijk. Er zitten 3 mensen in mijn persoonlijke bel en het ziet er niet naar uit dat die er snel uit kunnen. Ik zit achter de chauffeur en tussen ons zit een meisje. Zij zit op een klein \'bankje\' met haar rug tegen de chauffeursstoel. We moeten onze benen schranken om min of meer comfi te zitten. Naast haar zit haar zus en die heeft een verkoudheid. En daarom mag het raampje niét open. Oh lord. Hoe lang nog? En hoeveel geld spaar ik juist mee uit?? Na een tijdje vinden we een soort \'evenwicht\': het meisje slaapt op haar rugzak op mijn benen, ik luister wat muziek ter afleiding tot plots het slot van de koffer het begeeft, de klep openklapt en er enkele valiezen de straat opvliegen. Alstublieft niet mijn rugzak. Alstublieft niet mijn rugzak. Alstublieft niet mijn... Oef. Niet mijn rugzak.

Om 15u bereiken we Gahanga (of zoiets), de overstap-plek. Ik word bijna gevierendeeld door mannen die mij op hun bus willen krijgen, uiteindelijk snappen ze dat ik al een ticket (en dus een busmaatschappij) héb en krijg ik een plaats toegewezen naast een dikke meneer die de helft van mijn stoel inneemt. Gdvr. Negen uur duurt deze rit. Alsof het allemaal nog niet mottig genoeg is stapt er een mevrouw met een kip op. Het beest kraait en flappert en vindt de busrit even angstaanjagend als ik haar. Alle zitplaatsen zijn ingenomen dus de kippevrouw stationeert zich in het gangetje vlak naast mij. Met die kip naast mijn hoofd. Dat is echt te veel van het goede en ik vraag mijn dikke doch vriendelijke buur om hier iets aan te doen. Na een heftige 15 uur bereik ik Mwanza. Mijn klasgenootje staat mij al op te wachten.

Na een douche, een pintje en een korte nacht bevind ik me in de gate van Mwanza-airport. Ik vlieg naar Dar-Es-Salaam van waar ik de ferry naar Zanzibar neem. De ferry vertrekt een uur te laat en doet er een uur langer over dan gepland. Mijn GSM is plat én heeft geen belkrediet dus ik kan het guesthouse niet verwittigen. En toch. Magic happens when you least expect it. Wanneer ik de haven in Stonetown verlaat staat er een meneertje met een papier met \'Astrid Herbosch\' mij op te wachten. Ik vlieg hem bijna om de nek.

De reünie met Frida en Anouk is hartelijk, de douche verkwikkend en Stonetown betoverend. Kronkel-steegjes, hoge gebouwen, toffe souvenirs, wij die onderhand goed kunnen onderhandelen, de zee, een vrachtschip op het strand, het gezelligste restaurant van het zuidelijk halfrond, de eigenaar die ons op mojitos trakteert... De stad is een combinatie van Havana en Marrakesh. Turquoise afgebladderde muren, houten deurtjes. Volledig mijn ding. We schrijven ons in voor een Blue Safari: een dag-zeiltocht met tussenstops op een zandbank, een snorkeltocht, een zwempartij in een lagune, gezelschap van dolfijnen en een lunch met kreeft, calamares, patatten in een coco-limoen-sausje... \'k Heb ernaar gezocht maar ik heb er geen woorden voor gevonden.


Na Stonetown in het Westen verhuizen we naar de Bwejuu (Bwedjoé) aan de Oostkust. Lonely Planet raadt Mustapha\'s Place aan, Mustapha\'s PALACE volgens ons. Onze verwachtingen worden nog maar \'s overtroffen. Kleine bungalows, kampvuur, zelfgemaakte lig- en schommelbanken, exotische planten en grote palmbomen die voor schaduw zorgen. \'Peace, love and harmony\' reggae muziek uit de boxen. Zand tussen mijn tenen, stralende zon en een briesje. Een mama hond en 8 kleine puppies. Verse calamares. En een bende zotte mannen die de boel hier verbazingwekkend genoeg perfect recht houdt. I LOVE it.


Laag seizoen. De Oostkust is helemaal van ons. Het strand en de hele Indische Oceaan. Alsof dat nog niet genoeg is wagen we ons geluk tijdens een \'dolphin tour\'. Het gaat als volgt: \'s morgensvroeg kruip je in een vissersbootje en speur je de horizon af. Wanneer de dolfijnen in de buurt van de boot zijn spring je in het water. Dat is de theorie. In praktijk is het gokken en wachten. En als je dan een dolfijn ziet – in de verte – is die al lang weg als je ter plekke komt. Na een half uur zakt de moraal onder nul. De visser zegt dat de dolfijnen ieder apart nog aan het ontbijten zijn en nadien weer samentroepen. Wanneer we een groepje van 5 zien worden we hoopvol. En terecht. We worden in het water gedropt naast een moeder en baby, we klefferen weer het bootje in en de volgende ronde komen er 7 dolfijnen recht op ons af, ze zijn op enkele meters van ons. En ze zijn echt groot. Het komende uur springen we zo een keer of 10 in het water, de ene keer al succesvoller als de andere. Enkele keren kunnen we een heel eind meezwemmen. Hoe zot is dat eigenlijk, meezwemmen met wilde dolfijnen. Op het einde zijn er - ik heb ze geteld - 22 dolfijnen rond ons. Een hoogtepunt in mijn reizigersbestaan. Onder de indruk tot de 8ste macht.

Op de terugweg naar Stone Town houden we halt voor een Spice Tour. Zanzibar is bekend om zijn kruiden en als culinaria-fan wil ik dat heel graag \'s bezoeken! We zien oa peper, vanille, cacao, kurkuma, kaneel, kruidnagel en nootmuskaat en kopen uiteraard een stevig voorraadje aan. Als ik terug ben moeten jullie maar \'s komen proeven!

Reacties

{{ reactie.poster_name }}

Reageer

Laat een reactie achter!

De volgende fout is opgetreden
  • {{ error }}
{{ reactieForm.errorMessage }}
Je reactie is opgeslagen!