Het leven zoals het is. Kinderpsychiatrie.
Daar lig je dan. Achtergelaten in een bos. Ondervoed. Je ene beentje korter dan het andere. En je voorhoofd vol wonden. Want als je bang bent of boos dan begin je te klauwen en te krabben. Je mama is laagbegaafd en waarschijnlijk ben je verwekt tijdens een verkrachting. De politie vindt je en brengt je naar een algemeen ziekenhuis. Wanneer de acute ondervoeding behandeld is kom je terecht in de kinderpsychiatrie van Ndera.
Daar loop je dan. Aan het Amahoro sport-stadium in Kigali. Misschien ben je ergens in het Noorden van het land op een vrachtwagen gekropen op zoek naar geluk. Of op een vrachtwagen gezet. Samen met andere straatkinderen probeer je een leventje bij mekaar te bedelen. Of te stelen. Op je blote voeten ploeter je in riolen, graait naar alles wat eetbaar lijkt. Alle kleren die je kan vinden trek je aan. Naar school gaan, tanden poetsen, spelen, dikke knuffels. Dat is voltooid verleden tijd. Het enige wat je met je beverige stemmetje zegt is \'Ni meza\', alles gaat goed. En dat je Thomas heet. Meer informatie is er niet. De politie vindt je en brengt je naar de kinderpsychiatrie van Ndera.
Daar woon je dan. In een mooi huis in een mooie buurt. Mama en papa zitten er warmpjes in en hebben een huishoudhulp. Die misbruikt je. 2 jaar lang. Jij mag uiteraard niets laten blijken. Wanneer je uiteindelijk bezwijkt en duidelijk maakt dat je door een hel gaat, denkt mama dat er demonen bezit van je hebben genomen. Ze bidt dat het een lieve deugd is. Met de familie en de hele buurt. De symptomen verdwijnen niet en ze brengt je naar de kinderpsychiatrie van Ndera.
Daar speel je dan. Met je kameraadjes op straat. Jullie vinden een speciale plant. Jij bent nog klein, goedgelovig en dapper en eet de plant op. Gedurende 48 uur begin je te hallucineren. Je papa brengt je naar de kinderpsychiatrie van Ndera.
14 kinderen. 14 verhalen. En toch 1 groep. Daar moeten 6 verpleegkundigen en 3 soigneurs de klok rond voor zorgen. Wassen, kleden, voeden, te slapen leggen. Regelmaat en veiligheid. Basis. Dat is voor sommige kinderen al een wereld van verschil. Uitspitten van de context, als die er is. Anders radio-berichten de wereld insturen en hopen dat iemand een kind mist. Werken met de context. Gedrag observeren en interpreteren. Weeshuizen bellen. Sponsors zoeken. Roeien met de riemen die je hebt en hopen dat het alleen beter wordt. Geduldig zijn. Dat is hier geen schone deugd maar een noodzakelijke.
Spelen. Dat is mijn specialiteit. Eventjes laten vergeten dat ze in een psychiatrisch ziekenhuis zijn. Twister – een spelletje waarbij je je linker- of rechterhand of -voet op een gekleurde bol moet zetten - spelen met een jongen met een hersentumor. Hij vindt links, rechts, voet, hand, rood, blauw, geel en groen zeer verwarrende instructies, laat staan de combinatie ervan. Maar we oefenen. En we lachen ons een breuk iedere keer hij op zijn smikkel gaat. Hij nog het hardst van allemaal.
Reacties
Reageer
Laat een reactie achter!
- {{ error }}