Burundi

Dag 91, 21 april


Zondagavond 19u. Samen met Frank, coördinator Grote Meren voor NGO Fracarita, zit ik te wachten in Kigali Intenational Airport. Frank gaat naar Burundi om de twee psychiatrische ziekenhuizen in Bujumbura en Gitega op te volgen, ik om de opstart van de kinderpsychiatrie (voorzien augustus 2014) te helpen voorbereiden. Mijn aandeel daarin bestaat uit het schrijven van 2 documenten: een \'handleiding\' kinderpsychiatrie en een \'activiteitenboek\' kinderpsychiatrie. Zo praktisch en concreet mogelijk zodat mijn toekomstige collega\'s een handig naslagwerk hebben om een programma samen te stellen en activiteiten voor te bereiden en te begeleiden. Ik zou dat uiteraard ook in Kigali kunnen doen maar zeg nu zelf, een klein zakenreisje naar Bujumbura, dat sla je niet af.


Wij dus in de luchthaven. En dat het flink aan het regenen is. Op het moment dat we in de bus stappen die ons naar het vliegtuig zal brengen krijgt een fluo-mannetje de boodschap dat het te fel regent, dat vliegen niet aan te raden is en dat de hele meute terug naar de gate moet. Voor 10 minuutjes. Yeah right. Die 10 minuten worden er uiteraard 50 maar dan mogen we toch terug de bus op. De bus rijdt ons naar het kleinst mogelijke vliegtuigje. Binnen in het vliegtuig is het kleiner dan een Lijn-bus. Dat wordt spannend. Want dat regenen is uiteraard nog niet gestopt. Na 45 minuten turbulentie zetten we voet aan grond op Burundese bodem. Frère Hypolite, de directeur van het ziekenhuis, staat ons al zwaaiend op te wachten. Enthousiaste mensen, daar word ik blij van. We arriveren in het klooster om 00u30 en krijgen nog een bord rijst en bananen voorgeschoteld. Het Leven Zoals Het Is Bij De Broeders Van Liefde.


Mijn matras is 2 cm dik, mijn hoofdkussen een rots, de temperatuur hoog, de muggen talrijk en het bijvullen van de watertank gebeurt net onder mijn kamer om 5u30. Je hoort het al, een verkwikkende nachtrust was mij niet gegund. Zo fris mogelijk ga ik maandagochtend naar mijn nieuwe werk-omgeving aan de overkant van de zandweg: het CNPK. Centre Neuro-Psychiatric de Kamenge. Kamenge, dat is een wijk in Bujumbura. Om te vermijden dat mensen mij weer als stagiair gaan behandelen neemt Frank het zekere voor het onzekere. Hij stelt me voor als \'expert in de kinderpsychiatrie\', een kleine ego-streling van tijd tot tijd kan geen kwaad. Ik word heel hartelijk onthaald en word bij de IT-man Parfait en de kwaliteitscoördinator Jean-Jaques geparkeerd. Ik krijg een tafeltje maar dat verschuif ik na 3 minuten tot net onder de blazer. Werrem.


Na de eerste werkdag neemt Frère Hypolite ons mee naar Saga Plage, een strand aan het Tanganyika-meer. Er is een paal-café (zoals een paalwoning maar dan een café) IN het meer en kan ik mij een betere plek dromen voor mijn eerste Burundese pintje dan in het meer? Nee, uiteraard niet. Na het bier: visbrochette en gebakken patatten met ajuin. Mm! Frère Hypolite en ik, wij gaan dikke vrienden worden, dat zie ik nu al.


Donderdag gaat Frank op bezoek naar de ziekenhuis-post in Gitega en ik mag mee. Anderhalf uur stijgen door verbluffend landschap. Frère Emile geeft ons zo fier als een pauw een rondleiding. Hij runt een bescheiden ziekenhuis met een ambulante en residentiële afdeling. Er is een wachtzaal, receptie, consultatie-ruimte en apotheek. En overal posters over epilepsie \'Iemand met epilepsie is niét bezeten door demonen\' bijvoorbeeld. Zijn team bestaat uit een arts (geen psychiater), psycholoog, ergotherapeut en 4 verpleegkundigen om de klok rond zorg te verlenen. Sinds kort hebben ze permanent stromend water. Dat is een pluspunt in een ziekenhuis. Electriciteitspannes van 15 uur zijn er wel nog. In de apotheek merk ik dat verschillende medicijnen dreigen te vervallen. We zoeken 2 dozen, smijten daar Alprazolam en consoorten in en nemen dit mee voor Bujumbura of Ndera. Gebruiken wat we gebruiken kunnen. Na een uiterst gastvrij onthaal zetten we de tocht naar Bujumbura in.


In het weekend krijg ik bezoek van Lauri & Maryse, 2 Vlaamse toppers die in Ndera stage lopen. Omdat mijn activiteiten zich op weekdagen beperken tot het klooster en het ziekenhuis ben ik blij dat ik de kans krijg om de toerist uit te hangen. De eerste avond laten we de taxi op goed geluk ergens stoppen en geluk is inderdaad het codewoord. We belanden in Bora Bora, een lounge-achtig restaurant op het strand. Witte houten vloer, zetels met blauwe kussens, zwembadje.. We besluiten om dit weekend ne keer zot te doen en bestellen coctails, wijn, steak en chocoladeijs. En de slappe lach krijgen we er gratis bij. Dat doet deugd. Zaterdag verloopt minder efficiënt: we staan 3 keer voor een gesloten deur bij het toerisme-bureau en besluiten dan maar zonder kaart of gids op ontdekking te gaan. We scharrelen ons een pick-nickse bijeen, kopen al ne keer een souvernirke en gaan dan richting plage om ons te reposeren. Het weer zit niet mee dus zwemmen is geen optie. Foto-shoot wel. We horen van een Italiaanse dat er nijlpaarden te spotten zijn op het terras van Cercle Nautique en wijle weg. Dat pintje smaakt maar die nijlpaarden, dat kunnen we op onze buik schrijven. We sluiten de avond af in een Indisch restaurant en sommigen onder ons ook op de WC. Zondag, kan-ni-op-dag: chocoladekoeken, nijlpaarden, tambourinaires, wij op de foto met de tambourinaires, nog een nijlpaard en nog tambourinaires!! Kan ni op. \'k Had het toch gezegd.


Bujumbura. De naam alleen al. Je hoort het rommelen en trommelen. En roefelen en bruisen. En dat is precies wat deze stad is. Levendig, stoffig, chaotisch en luid. En warm. Zowel de temperatuur als de mensen. Dit is hoe ik mij Afrika had ingebeeld.

Reacties

{{ reactie.poster_name }}

Reageer

Laat een reactie achter!

De volgende fout is opgetreden
  • {{ error }}
{{ reactieForm.errorMessage }}
Je reactie is opgeslagen!